Improvisation sur Le moulin dans les dunes
€ 21.00
Gilson componeerde een Improvisation (Le Moulin des dunes), voor altsaxofoon en piano op tekst en tekeningen van Laurent Swolfs. Dit sfeervolle en bijna impressionistische gedicht voor saxofoon en piano (met enkele opmerkelijke citaten uit La Mer) is een transcriptie van een werk voor viool en piano uit 1906. De exacte datum van de transcriptie voor altsaxofoon is onbekend. De onafgewerkte versie (enkel de eerste 38 maten werden bewaard) werd vervolledigd door Luc Vertommen op basis van de versie voor viool.
De Improvisation is gebaseerd op teksten en tekeningen van Laurent Swolfs (1868-1954). De in Gent geboren tenor Laurent Swolfs zette zich in voor de verspreiding van het Vlaamse lyrische erfgoed. Hij was vertrouwd met het werk van Gilson en zong bij de creatie van Prinses Zonneschijn in 1903 de rol van Tjalda. Hij was daarnaast een toegewijd uitvoerder van het repertoire van Wagner, zowel in Antwerpen en de Munt als in de Opéra en de Opéra-Comique in Parijs. Ontredderd door de Duitse inval, een land waarvan hij de muziek zijn hele carrière lang had gediend, verscheen Swolfs na de oorlog niet meer op het toneel en wijdde hij zich aan het onderwijs. In het Koninklijk Conservatorium van Brussel werd hij titularis van de lessen lyrische kunst na de dood van Ernest Van Dyck in 1923.
Van de Valse voor sopraansax bleef enkel de saxofoonpartij bewaard.
Tussen 1933 en 1936 componeerde Gilson nog twee reeksen van in totaal acht Préludes romantiques (ook bekend als Petits préludes romantiques of Romantische werkjes uitgegeven door Gervan/Andel). In zijn manuscript noteert Gilson dat deze werkjes gespeeld kunnen worden door een hobo, klarinet, saxofoon, trompet of cornet of fluit en piano. Voor saxofoon is echter in het Fonds Paul Gilson geen enkel aparte partij bewaard gebleven en de tessituur in de uitgegeven Romantische werkjes is niet speelbaar op saxofoon.
Gilson composed an Improvisation (Le Moulin des dunes), for alto saxophone and piano on text and drawings by Laurent Swolfs. This atmospheric and almost impressionistic poem for saxophone and piano (with some remarkable quotes from his La Mer) is a transcription of a work for violin and piano from 1906. The exact date of the transcription for alto saxophone is unknown. The unfinished version (only the first 38 bars were saved) was completed by Luc Vertommen based on the version for violin.
Laurent Swolfs (1868-1954) devoted himself to spreading the Flemish lyrical heritage. He was well acquainted with the work of Gilson and sang in the premiere of Prinses Zonneschijn in 1903. He became teacher for lyrical art classes at the Brussels Conservatoire after the death of Ernest Van Dyck in 1923.
Only the saxophone part was retained from the Valse (Waltz) for soprano sax.
Between 1933 and 1936 Gilson composed two series of eight Préludes romantiques (also known as Petits préludes romantiques or Romantic works published by Gervan/Andel). In his manuscript Gilson notes that these works can be played by an oboe, clarinet, saxophone, trumpet or cornet or flute and piano. For saxophone, however, no separate part has been preserved in the Paul Gilson Archive and the range in the published Romantic Works is not playable on saxophone.
Gilson compose une Improvisation (Le Moulin des dunes), pour saxophone alto et piano d’après un texte et des dessins de Laurent Swolfs. Ce poème atmosphérique et presque impressionniste pour saxophone et piano (avec quelques citations notables de La Mer) est une transcription d'une œuvre pour violon et piano de 1906. La date exacte de la transcription pour saxophone alto est inconnue. La version inachevée (seulement les 38 premières mesures) a été complétée par Luc Vertommen sur la base de la version pour violon.
L’Improvisation est basée sur des textes et des dessins de Laurent Swolfs (1868-1954). Gantois de naissance, ce ténor s’implique fortement dans la diffusion du patrimoine lyrique flamand. Il fait ses débuts en 1903 dans la création mondiale de Prinses Zonneschijn de Paul Gilson. En 1923 après la mort d’Ernest Van Dyck il devient titulaire de la classe d’art lyrique au Conservatoire royal de Bruxelles.
De la Valse pour saxophone, il ne reste que la partie pour saxophone. Entre 1933 et 1936 Gilson compose encore deux séries d'un total de huit Préludes romantiques (également connu s sous le titre Petits Préludes romantiques édités par Gervan/Andel). Dans son manuscrit, Gilson note que ces œuvres peuvent être jouées par un hautbois, une clarinette, un saxophone, une trompette ou un cornet ou une flûte et un piano. Le Fonds Paul Gilson ne conserve cependant pas de partie séparée pour le saxophone et la tessiture des Preludes romantiques n'est d’ailleurs pas jouable au saxophone.
Composer Paul Gilson
Difficulty 5 : Difficult