Maurice Ravel componeerde tussen 1908 en 1908 Ma Mère l'Oye als een reeks van vijf stukken voor piano vierhandig voor de kinderen Jean en Mimie van zijn vrienden Ida en Cipa Godebski. Zijn suite is voor een groot deel gebaseerd is op de Sprookjes van Moeder de Gans, een verzameling volksverhalen en sprookjes van de Franse schrijver Charles Perrault (1628–1703). In 1910 zette Ravel de vierhandige stukken om voor solopiano voor zijn vriend Jacques Charlot. De finale van deze ‘vijf kinderstukken’ is Le jardin féerique (De toverachtige tuin)
In 1911 orkestreerde Ravel het werk tot een concertsuite en een jaar later zette hij dit om in een ballet suite. De oorsprong van de Le Jardin Féerique (De Sprookjestuin) is niet helemaal duidelijk maar in de balletversie wordt de Schone Slaapster weergegeven die wakker gekust wordt door haar prins in het sprookjesbos.
Ma mère l'Oye (Mother Goose) is a suite by French composer Maurice Ravel. The piece was originally written as a five-movement piano duet in 1910. In 1911, Ravel orchestrated the work. Ravel originally wrote Ma mère l'Oye as a piano duet for the Godebski children, Mimi and Jean.
In 1911, Ravel orchestrated the five-piece suite. This form is the most frequently heard today. Later the same year, he also expanded it into a ballet. The origin of The Fairy Garden is not entirely known, although the ballet version interprets this as Sleeping Beauty being awakened in the garden by her prince.
Product successfully added to your cart.