De Franse componist, musicoloog en pianist Joseph Canteloube (1879-1957) kwam uit een familie die diep geworteld was in Auvergne. Hij studeerde al sinds zijn kleuterjaren piano bij Amélie Daetzer, een leerling van Frédéric Chopin. In 1901 werd hij leerling van Vincent d'Indy aan de Schola Cantorum te Parijs, waar hij bevriend raakte met Déodat de Séverac, Isaac Albéniz en Albert Roussel.
In 1925 behoorde Canteloube in Parijs tot de oprichters van de groep La Bourrée, die als doel had de folklore van de Auvergne te verbreiden. Hij was van mening dat ‘liederen van het boerenland het hoogste niveau van zuivere kunst kunnen bereiken, zowel qua gevoel en expressie als qua vorm’. Als musicoloog legde Canteloube een grote verzameling traditionele Franse volksmuziek aan, een pionierswerk dat vergelijkbaar is met wat Bartók en Kodály deden voor de Hongaarse volksmuziek.
Canteloube heeft er meer dan dertig jaar over gedaan om zijn populairste werk, de befaamde Chants d'Auvergne voor stem en orkest uit de jaren twintig, bij te schaven totdat hij geheel tevreden was. Met als vertrekpunt de bestaande volksmelodiek schiep hij een hartstochtelijk, evocatief en meesterlijk georkestreerd beeld van het fraaie landschap en de boerenbevolking van zijn geliefde Auvergne. Het bekendste uit de Chants d'Auvergne is het herderslied Baïlèro.
Joseph Canteloube (1879-1957) was a French composer, musicologist, and was born into a family with deep roots in the Auvergne region of France. He studied piano from the age of six with Amélie Doetzer, a friend of Frédéric Chopin. He began studying at the Schola Cantorum in 1907 in Paris, where he became close friends with fellow composer and student Déodat de Séverac. In 1925, Canteloube founded a group called La Bourrée with several young Auvergnats in Paris who were eager to publicize the folklore and the beauty of their home region. Canteloube himself believed that ‘peasant songs often rise to the level of purest art in terms of feeling and expression, if not in form’.
Canteloube took more than thirty years (1924 to 1955) to complete the compilation of his most admired and famous collection of songs, Chants d'Auvergne. These passionate songs reflect the landscapes of the Auvergne in lush orchestral colors and have enabled French folklore and rustic melodies to become better known. The best known of the songs is the shepherd’s song Baïlèro.
Product successfully added to your cart.